Geschiedenis

De Duc de Bourgogne kent een rijke geschiedenis die dateert van de jaren 1600. In april 1648 ontving dhr. Popieul van de stad Brugge een bouwvergunning om op het Huidenvettersplein een nieuw pand op te trekken, naast het gildehuis van de leerlooiers.

Al sinds het prille begin is het gebouw in de horeca ingelijfd, want er werd een taverne genaamd ‘Den Hollander’ in het pand ondergebracht. Later werd dit vereeuwigd op een 17de eeuws schilderij van een onbekende meester.

Het gebouw werd in 1830 herdoopt tot ‘De Hollandse Koe’. De Belgen, die zopas hun onafhankelijkheid van de Nederlanders hadden afgedwongen, vonden de originele naam niet meer passen voor de toenmalige ‘place to be’ voor de Brugse elite.

In de tweede helft van de 19de eeuw kwam een belangrijke groep Britten zich in het hart van Brugge vestigen. Onder hen bevond zich o.a. beeldhouwer Alfred Gilbert. Hij leefde hier het grootste deel van zijn leven en hertrouwde met een rasechte Brugse. Ze behielden echter hun ‘afternoon tea’-traditie, en al gauw werd het gebouw omgedoopt tot de ‘Carlton’.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het gebouw eigendom van een adellijke familie uit het Brugse. De nieuwe uitbaters besloten om het gebouw grondig te renoveren. De architect greep terug naar de oorspronkelijke stijl. De eerste naoorlogse uitbater, Maurice De Clerck, heropende het restaurant onder de naam ‘Duc de Bourgogne’. Toen De Clerck in 1966 met pensioen ging, nam de familie Van de Vijver hun intrek. Inmiddels werd het restaurant al ‘den Duc’ in de volksmond genoemd.

De familie van Oost-Vlaamse oorsprong bezat reeds verschillende hotel-restaurants in België, zoals het Parkhotel te Lokeren. Jozef Van de Vijver, de patriarch van de familie, zag in de overname een kroon op zijn werk. De uitbating werd toevertrouwd aan zijn oudste zoon. Zij stelden zich tot doel om het restaurant naar de top van het culinaire gebeuren te hijsen. Dit lukte hen wonderwel en de Duc de Bourgogne werd een synoniem voor gastronomie. Kunst werd nu ook aan de tafel geserveerd.

Twintig jaar later, in 1987, trok dhr. Van de Vijver zich terug uit het bedrijfsleven. Na wat geharrewar over zijn opvolging, werd de zaak uiteindelijk in handen van de familie gehouden. Paul en Thérèse Grobet-Van de Vijver deden hun intrede in het restaurant, na eerst 30 jaar een andere zaak te hebben gerund. Therèse Van de Vijver bleef tot in december 2010 samen met haar dochter verantwoordelijk voor de zaak.

In februari 2016 werd de zaak overgenomen door 3 nieuwe zaakvoerders: Anje Jonckheere, echtgenoot Luc Broes en oud-collega Fangio Schoonbaert. De authenticiteit van ‘den Duc’ blijft behouden, maar een frisse wind waait doorheen de zaak om de oude glorie van het pand te herstellen.